Welkom lezer. Fijn, dat je de tijd neemt voor mijn leerproces. Met mijn portfolio neem ik je graag mee op mijn reis. Mijn reis en missie naar een wereld, die toegankelijk is voor iedereen. Kunst is voor mij is de sleutel om verandering aan te brengen. Met de master artist educator wil ik graag nog sterker en overtuigender kunnen zijn in wat ik denk en wat ik doe.
UNIT 2 UNIT 2 UNIT 2 UNIT 2 UNIT 2
LITERATUURONDERZOEK
Cultuur en cultureel bewustzijn - Cultuur2
Van Heusden, Ras Tans, 2019
Wat fijn dat deze theorie bestaan! Fijn, omdat hier essentiële inhouden over kunst, het lichaam en waarom cultuur belangrijk is kort en duidelijk beschreven worden.
Wat mij fascineert, richting en houvast geeft, is het beschouwen van de vier stadia; met je geheugen 1. neem je waar, 2. kan je verbeelden, 3. conceptualiseren en 4. analyseren. Daarbij fascineert mij dat het geheugen in de vier media opgeslagen kan worden. In ons lichaam, in voorwerpen, taal en grafische vromen. Nou, drie keer kan je raden welk medium ik voor dit Unit onder de loep wil nemen, HET LICHAAM.
Met ons lichaam weten wij, of voelen wij, hoe wij bepaalde acties kunnen uitvoeren, zoals fietsen, koken of dansen. Vele acties worden onbewust uitgevoerd, omdat anders ons hoofd over zou lopen van alle impulsen die verwekt moeten worden.
Mijn focus valt op de geheugenbibliotheek die in ons lichaam zit en hoe wij tot deze bibliotheek door kunnen dringen bij mensen met verstandelijke beperkingen.
Daarbij maak ik gebruik van 3 geheugen media (Heusden&Ras) om tot de geheugenbibliotheek van mensen met verstandelijke beperkingen te via dans te komen.
Veel geheugen is vastgelegd in de combinatie van de vier boven genoemde media. In mijn werk is mij opgevallen dat ik graag objecten inzet om vanuit deze te gaan improviseren. De spelers reageren onderzoekend, nieuwsgierig en open op deze opdrachten en bewegen uiteindelijk in nieuwe, ons allemaal nog niet bekende bewegingspatronen. Daarbij ben ik dus benieuwd of wij dan dieper in hun eigen geheugenbibliotheek hebben gegraven, of zij nieuwe kennis hebben vergaard?
Vanuit deze theorie belandt ik in de literatuur van de embodied cognition. Mijn interesse blijft bij het geheugen van het lichaam vastplakken, omdat ik weet, voel, ervaar, dat het lichaam meer weet dan dat wij denken.
SLEUTELMOMENT 1 RAS - HEUSDEN
SLEUTELMOMENT 1 - ANA MENDIETA
Het lichaam - herinneringen opgeslagen in het lijf? - ik doe dus ik ben
VIDEO Bron YouTube geraadpleegd op 9.02.2022
Documentary: Embodied Cognition Practices for Performers as Researchers
DE KWARTJES VALLEN
Alva Noë - filosofe en cognitie wetenschapper
Volwassenen kunnen het niet saai hebben, hij beleefde bijna dit vrijheidgevende gevoel van boredom als bij de beleving van kunst
why we see so little, when there is so much around us
bewustzijn als iets waar enact of perform
bewustzijn is een activiteit in uitwisseling tussen de wereld en ons
mensen, omgeving, geluiden, eigen lichaam en de interavtie hiervan maakt bewustzijn mogelijk
Alva Noë grijpt terug naar het argument van een kunstenaar en ontdekt dat de visie van de kunstenaar de juiste is (net als zijn enactive zienswijze van bewustzijn).
art as field of research -reorganisatie praktijken
LITERATUUR EN PRAKTIJKVOORBEELD IN DANS
"Enactive Presence Lab: Experiential Methodology on Embodied Cognition for Actors and Dancers
Embodied cognition, belichaamde cognitie of geheugen gaat uit dat het geheugen niet alleen in ons brein, als ook in het gehele lichaam opgeslagen zit.
EC gaat nog verder en wil van het dualisme afstand nemen (lichaam en geest zijn van elkaar afgescheiden media). Namelijk betoogt EC dat het geheugen in ons lichaam als reactie op de omgeving gevestigd zit.
Ik ben de theorie van EC ingedoken en wilde graag beeldmateriaal en onderzoek bovendien ZIEN en niet alleen lezen. Gelukkig heb ik deze documentaire gevonden waar onderzoek naar EC gedaan word met dansers en theater spelers.
Wat ik hier vooral meeneem is dat ik verdieping wil zoeken in een stroming van EC, namelijk het enactivisme. Waarom? Omdat het enactivisme fenomenologische aspecten in zich draagt en ik fenomenologie deels inzet voor het maken van dans. Vooronderzoek naar een fenomenologische aanzet tot dansmaken en lesgeven vind je terug in Unit 1.
Wat mij raakt in dit onderzoek is de waarde van dans voor een fysicus. De fysicus werkt interdisciplinair samen met een choreografe en een groep dansers om een astrologisch fenomeen te onderzoeken. Omdat mensen (dansers) een automatisch geheugen hebben gevestigd in hun lichaam kunnen deze onderzoek doen met het eigen lijf, in dit geval collectief (hoe ontstaan planeten).
Terugkomend naar mijn doelgroep geeft mij EC en vooral enactivisme literair en wetenschappelijke basis om te betogen dat het lichaam meer weet dan wij denken of gebruik van maken (in het onderwijs). Hierdoor zie ik meer kansen voor mensen met (verstandelijke) beperkingen om tevens dansprofessional en dansonderzoeker te worden, omdat elk lichaam een geheugen heeft en een omgeving waarop het kan reageren. Dat is in mijn ogen een common ground waar inclusie kan beginnen. Het gaat er dus minder om een lichaam perfectioneren, maar echter vanuit een lichaam, of meerdere, onderzoek doen dmv lichamelijke cognitie.
SLEUTELMOMENT 2 - EMBODIED COGNITION en ENACTIVISME
SLEUTELMOMENT 3 - DOOR HET MOMENT ONDERWEZEN WILLEN WORDEN
VIDEO: Alle video's zijn opgenomen in de periode tussen november 2021 en januari 2022, bij Momo theaterwerkplaats in Ederveen
PRAKTIJKONDERZOEK
LITERATUUR VERTALEN NAAR DE PRAKTIJK
In video 1 zie je een improvisatie tussen J en mij. Wij hebben geen opdracht afgesproken en reageren puur op elkaar en wat er in het nu ontstaat. Kijkend naar het enactivisme en de fenomenologische aanzetten hierin, gebruik ik lichamelijk contact als directe stimulus om te gaan bewegen. Mijn aanraking spreekt J zijn geheugenbibliotheek aan (Heusden&Ras) en reageert hierop. Tijdens deze improvisaties leert hij door te kopiëren wat manipulatie-oefeningen zijn. Deze hoef ik niet in woorden uit te leggen, door het doen, ervaren en herhalen leren wij allebei. Als ik deze kennis op een verbale manier aan J uitleg, blokkeert hij meestal. Achteraf kunnen wij er wel over praten want dan heeft hij de 'de nieuwe oefening' eerst ervaren.
In video 2 is een groep spelers te zien. Deze spelers onderzoeken door middel van hen eigen lichaam ten opzichte van elkaar het element verbinding. Ik laat het helemaal los en roep af en toe complimenten toe. Omdat wij sinds drie maanden bezig zijn met het voelen, waarnemen en op de eigen waarneming reageren zie ik steeds meer vrijheid in de spelers. Zij begrijpen nu dat zij zelf onderzoekers zijn en komen door improvisatie met elkaar tot gezamenlijke nieuwe (dans) kennis, geweldig!
Dit vraagt wel veel tijd en oefening, of training.
In video 3 zijn spelers te zien die met diverse objecten experimenteren. Zij wisselen van object, of blijven een tijdje met een object bezig. Ik herken een aantal technische elementen, die ik moeilijk aan ze kan uitleggen. Zoals K draait met de bloemen en laat deze op een gegeven moment los. Door het loslaten ontstaat er een soort spel met evenwicht en gravitatie. Deze kennis is mogelijk gemaakt door het spelen met het object. In gewone danstechnische lessituaties zou het amper mogelijk zijn deze techniek aan haar uit te leggen.
De volgende uitdaging ligt nu in het reproduceren van deze nieuwe kennis.
Een ander opvallend gegeven is dat sommige spelers letterlijk de bewegingen weergeven die bij het object passen (zoals L surft op de tapijt). Pas na een tijdje komt hij en ook de rest tot meer onderzoek en abstractere bewegingen. Dat vraagt dus tijd.
In video 4 zien wij de stoelen improvisatie. Door de stoelen wordt de dansruimte kleiner gemaakt. Tegelijkertijd wordt de ruimte driedimensionaler vanwege de nieuwe hoogtelagen. Mij valt op dat sommige spelers beginnen te spelen met hun evenwicht en de objecten zien als verlenging van hun eigen lichaam. Sommigen ervaren het als een belemmering in hun bewegingsvrijheid.
Afbeelding 5 was een poging tot het creëren van een nieuwe ruimte door middel van projectie. Helaas lukte deze niet omdat ze statisch is.
Conclusie
Deze praktijk momenten waren heel belangrijke sleutelmomenten voor mij, omdat
- ik zelf begon een andere houding aan te nemen als dansmaker, namelijk die van een onderzoeker. Daarvoor bleef ik echter in de docentenrol en dat plakt mijns aangezien dicht bij vermaakt.
- mijn dansers werden medeonderzoekers, omdat anders ik het proces niet eerlijk vond. `het is van belang dat de dansers vrijheid ervaren en niet zo maar iets doen.
- ik moest eerst een soort training aanbieden om de onderzoekende houding aan te leren, van pasjes naar door het eigen lichaam ten op zicht van de wereld - leren bewegen. Dat betekent belichaamd trainen, is dat dan belichaamde didactiek?
- uitdaging; dit onderzoek moet ook in het interesse van de dansers staan, anders is het geen inclusie
- om goed onderzoek te kunnen doen met dansers met diverse beperkingen is er tijd nodig en het juiste kader. Ik zou graag in toekomst alleen onderzoek willen doen naar 1. belichaamde didactiek 2. belichaamd dansmaken 3. verdieping in EC en dansen vanuit objecten
- disability studies, meer te weten willen komen over dans en disabilities, want WIJ WETEN ECHT HEEL WEINIG -!!!
-
Elisabeth Magdlener
Mag.a Elisabeth Magdlener
Elisabeth Magdlener ist selbst körperbehinderte Tänzerin und Mitglied der Performancegruppe A.D.A.M. (Austrian DanceArt Movement, vormals Austrian DanceAbility Movement). Sie studierte nach dem Grundsatz "Nichts über uns ohne uns!" Pädagogik und Sonder- und Heilpädagogik an der Universität Wien. Ein Master in Gender Studies ist angestrebt. Ihre Forschungsschwerpunkte sind Dis/Ability- und Queer-(Dis/Ability) Studies sowie Gender Studies mit Fokus auf den Thematiken Tanz und Körpererleben im Spannungsfeld von Körper, Leiblichkeit, Empowerment und physischer Beeinträchtigung.
E-Mail: elisabeth.magdlener(a)gmx.at
ABSTRACT
The topic of experienced corporeality has been inadequately treated when people with disabilities are confronted with their bodies as part of medical and physiotherapeutic interventions and in special education and therapeutic education. Usually their body is objectified and thus the "subjectivity of human corporeality" is neglected. Having a body or being a body is a well known contrasting pair from philosophical anthropology, phenomenology and other scientific fields. The concept of "being a body" ("Leib-Sein" in German) signifies the living, lived and felt. The term "having a body" ("Körper-Haben" in German), however, primarily refers to the material object, the matter making up the body which is dealt with in anatomy and physiology or in medical interventions and physiotherapy. This article is concerned with exploring the relationship of people with disabilities to their sense of having a body and being a body in contact dance. Making use of literature and excerpts from interviews, it questions how people experience this relationship. Does contact dance allow a change in perspective from having a body to being a body? And: how is this experienced through the lens of queer-feminist theory?
-
VAN PRATEN OVER NAAR PRATEN MET
Het is hartstikke leuk dat ik passie heb voor het zichtbaar maken van mensen met beperkingen. Maar wat geeft mij het recht om daar maar zo over te kunnen praten? Ik heb zelf geen beperking en ook geen familieleden met beperkingen. Er is een shift ontstaan in mijn eigen zichtwijze van doelgroepen in relatie met onze samenleving.
Daarom ben ik begonnen met mijn (verstandelijk) beperkte spelers te praten over hun eigen ideeën en meningen over dansen, hun lichaam, hun toekomstdromen en onze danssessies. Ik ben namelijk niet de baas, wij werken samen, sterker nog, mijn spelers zijn bewuste en bekwame medeonderzoekers. Daar begint inclusie pas!
Aan de hand van deze fase in mijn persoonlijk onderzoeksproces begon ik naar literatuur en andere rolmodellen in dans en beperkingen te zoeken. Ik kwam Elisabeth Magdlener op het internet tegen, een onderzoekster in gender studies, disabilities en activist, die zelf in een rolstoel zit. Zij schreef een onderzoek:
Vom Körper haben zum Leib-Sein am Beispiel des Kontakttanzes, 2015. Haar onderzoek gaf mij inzichten over het hebben van een beperkt lichaam, hoe het zich aanvoelt en welke verhouding dans voor dit lichaam kan betekenen. Magdlener concludeerde dat mensen met een beperking over het algemeen een wat minder fijne relatie hebben met het eigen lichaam. Zij ervaren het lichaam als een object vanwege vele bezoeken hij de fysio, operaties en voortdurende aanpassingen. Door contactimprovisatie gelang het hen weer plezier te ervaren vanuit het eigen bewegende lijf. Bovendien ontdekten zij dat hun lichaam best veel kan door middel van dans.
Er zijn nog meer waardevolle informaties over dit artikel en Magdleners die ik meeneem in mijn eigen onderzoek. Een zin blijft mij heel erg prikkelen en ook weer tot de boden der realiteit duwen, namelijk NIET OVER ONS MAAR MET ONS volgens Magdlener.
Volledige artikel: https://erwachsenenbildung.at/magazin/ausgabe-24/7963-vom-koerper-haben-zum-leib-sein-am-beispiel-des-kontakttanzes.php
Magdlener, E. (2015). Vom Körper-Haben zum Leib-Sein. Magazin Erwachsenenbildung, 24.
SLEUTELMOMENT 4 -
LITERATUURONDERZOEK
MISSIE
Ik sta voor een kunstonderwijs dat toegankelijk is voor iedereen! Elk lichaam, elke cultuur, elke leerniveau heeft recht op kunstonderwijs en persoonlijke ontwikkeling hierin. Dit gegeven helpt onze kunstwereld diverser en inclusiever te maken.
VISIE
Ik wil een vooropleiding (tussenoplossing) voor non- normatieve lichamen en mensen met diverse leerstijlen creëren, zodat deze door kunnen stromen naar het HBO of naar professionele dansgezelschappen in het werkveld.
Deze studenten kunnen zichzelf verder ontwikkelen in dans (later interdisciplinair ;)) als performer, dansmaker en onderzoeker.
Wij werken vanuit een belichaamde didactiek, waardoor ieder lichaam als een geheugenbibliotheek gezien word naar een eigen danstaal toe. Dat is mogelijk, omdat wij cognitie zien als een interactie tussen de omgeving en met het eigen lichaam en niet alleen in ons hoofd. Hierdoor kunnen mensen met diverse leerstijlen (verstandelijke beperkingen) tevens deelnemen en zich verder ontwikkelen.
CULTUREEL LEIDERSCHAP
Tijdens de laatste les van Mirjam Zegers ondervond ik een verbinding van alle onderdelen van UNIT 2 en ook persoonlijke. Mirjam legde ons diverse modellen van cultureel leiderschap voor waar de eigen visie en missie een onderdeel van was. Wij moesten binnen 10 minuten deze twee gegevens in woorden vatten.
En ja, je zou van mij denken, nou ja, het lichaam weet het toch, ik doe de hele tijd onderzoek naar kennis vanuit en in het lichaam en hoezo moet het nu weer in woorden. MAAR!
Des te meer lukte het mij ontzettend goed in woorden te beschrijven waar de essentie van een artist educator in mijn maakpraktijk ligt.
Persoonlijke ontwikkeling
Onlangs, dat ik vooral bezig was met het naar boven halen van kennis via mijn eigen lichaam, als ook het lichaam van mijn spelers, begon ik helder te zien en helder te verwoorden wat deze kan zijn.
Ten tweede, door veel literatuur onderzoek gedaan te hebben, voel ik letterlijk het aanvullen van mijn eigen geheugenbibliotheek. Ik kan makkelijker de juiste woorden vinden, sneller verbanden leggen. Tegelijkertijd kan ik het vage en niet definieerbare aspect in kunst beter waarderen (omdat er ook veel waarde in wetenschap hiervoor is, zie Strange Tools: Art and Human Nature | Alva Noë, Marieke Hoekstra, et cetera)
Schrijven is een maakproces
Heel eerlijk, ik had al meerde paniek atackes voordat ik überhaupt begon te schrijven aan mijn essay. In het verleden had ik er meerdere negatieve ervaringen, deels vanwege mijn taal en immigratie. Hierdoor voelde ik mij enorm dom en kansloos, maar diep van binnen voelde ik wel dat ik verbanden wel kan leggen en moeilijke literatuur lezen, begrijpen en contextualiseren. Dus ja, met dit rugzakje begon ik te schrijven, maar wel met iets minder oordeel in de oren. Wat mij ontzettend veel geholpen heeft, is het gesprek met Emma b. Zij kon mijn onderzoeksvragen in de juiste woorden vatten waaruit heldere onderzoeksvragen ontstonden. Wat een verheldering! Tot nu toe dacht ik dat onderzoeksvragen heel ingewikkeld moeten zijn, maar dat is dus juist niet zo. Vanuit stapsgewijs bezig te zijn met een vraag zocht ik naar literatuur en tegelijkertijd zocht ik dezelfde vraag op de vloer, dus in mijn inclusieve maakpraktijk op. Deze manier van werken beviel mij ontzettend goed! Hierdoor kreeg ik steeds meer zin in het schrijven en ervaarde ik ook het nut ervan, namelijk taal kan helpen tot verheldering en diepgang.
Artist Educator
Zie missie en visie.
Ik wil dat iedereen die kunst wil maken in zich hierin wil bekwamen dat ook professioneel kan gaan doen.
Ik wil dat alle gebouwen toegankelijk worden voor mensen met beperkingen.
Ik wil dat onderwijs breder naar een persoon gaat kijken dan alleen naar niveau en mogelijke talenten.
Binnen en buitenwereld een dualisme
Door het werken vanuit embodied cognition heb ik mijn eigen maakpraktijk wat helderder voor mij zelf gekregen. Wel heb ik naar mijn groep toe zo veel mogelijk belichaamd contact opgezocht. Dus mijn verbinding naar hen toe is een lichamelijke. De verbinding naar de buitenwereld, zoals docenten, vrienden, websites en connecties vindt in taal plaats.
Want ja, binnen corona tijden lichamelijk contact is niet echt een productieve optie. Alsnog vind ik dit dualisme niet erg, omdat het mij om zo meer het gevoel geeft dat mijn belichaamde didactiek van waarde is, WANT wij communiceren vooral verbaal. Dus hier zie ik nu uitdaging in om verandering aan te brengen.
En ja, als ik een subsidieaanvraag wil schrijven dan is het wel heel handig om goed onder woorden te kunnen brengen wat ik doe en wat ik wil.
Liefde
Graag wil ik dit zware, leervolle, fantastische en onvoorspelbare proces afsluiten met de liefde. In mijn ogen is er geen inclusie, geen diversiteit mogelijk zonder liefde voor elkaar te hebben. Dit gegeven zie ik bovendien als een essentieel onderdeel van een artist educator.
SLEUTELMOMENT 5
MIRJAMS LAATSTE LES
BEDANKT VOOR DIT PROCES
SLEUTELMOMENT 3-
PRAKTIJKONDERZOEK
Locatie - Momo Theaterwerkplaats
Muziek - Maria, the poet van DFRNT